AI-adoptie in heel Europa: wie leidt de leiding?

22

Europeanen integreren snel kunstmatige intelligentie (AI) in hun dagelijks leven, maar de adoptiepercentages variëren dramatisch over het hele continent. Nieuwe gegevens laten een duidelijke kloof zien, waarbij rijkere, meer ontwikkelde landen AI in een veel sneller tempo omarmen dan andere. Dit gaat niet alleen over technologisch enthousiasme; het weerspiegelt bredere economische en infrastructurele verschillen.

Snelle groei: AI overtreft eerdere technologische revoluties

De snelheid waarmee AI wereldwijd wordt toegepast is ongekend. Sinds de lancering van OpenAI’s ChatGPT in 2022 hebben meer dan 1,2 miljard mensen wereldwijd AI-tools gebruikt. Dit groeitempo overtreft dat van internet, personal computers en zelfs smartphones – technologieën die de samenleving fundamenteel hebben hervormd. De enorme snelheid van AI-integratie suggereert dat de potentiële impact ervan even diepgaand zal zijn.

De leidende landen: Ierland, Frankrijk en Spanje

Binnen de Europese Unie loopt Ierland voorop, waarbij 41,7% van de bevolking regelmatig AI gebruikt in hun dagelijks leven of werk. Dit duidt op een sterke vraag naar door AI aangedreven tools, mogelijk aangedreven door een technisch onderlegde beroepsbevolking en een robuuste digitale infrastructuur. Frankrijk volgt op de voet met 40,9%, en Spanje met 39,7%. Deze landen tonen een duidelijke bereidheid om te experimenteren met en AI te integreren in verschillende sectoren, van zakelijk tot persoonlijk gebruik.

De achterblijvende landen: Roemenië en Griekenland

Aan de andere kant van het spectrum blijven Roemenië (15,3%) en Griekenland (17,7%) aanzienlijk achter op het gebied van de adoptie van AI. Deze ongelijkheid komt waarschijnlijk voort uit een combinatie van factoren, waaronder een lager niveau van digitale geletterdheid, beperkte toegang tot geavanceerde technologie en economische beperkingen. Deze landen kunnen te maken krijgen met uitdagingen om gelijke tred te houden met de AI-revolutie zonder gerichte investeringen in infrastructuur en onderwijs.

Buiten de EU: Noorwegen en Groot-Brittannië zijn koploper

Buiten de EU valt Noorwegen op als een bijzonder enthousiaste adoptant, waarbij 45,3% van de bevolking regelmatig AI gebruikt. De sterke economie van het land, het hoge niveau van digitale geletterdheid en de vroege adoptie van technologie dragen waarschijnlijk bij aan dit hoge percentage. Het Verenigd Koninkrijk volgt op de voet met 36,4%. Deze landen tonen een duidelijke bereidheid om te investeren in AI en deze te integreren in hun economieën en dagelijks leven.

De mondiale Noord-Zuid-kloof

De gegevens laten ook een sterke mondiale Noord-Zuid-kloof zien. In ontwikkelde economieën bedraagt ​​de adoptie van AI ongeveer 23%, vergeleken met slechts 13% in ontwikkelingslanden. Deze kloof gaat niet alleen over de toegang tot AI-instrumenten; het weerspiegelt diepere verschillen in infrastructuur, onderwijs en taalondersteuning. Bijna vier miljard mensen wereldwijd leven in regio’s waar betrouwbare elektriciteit, internetconnectiviteit en rekenkracht aanzienlijke uitdagingen blijven.

De onderliggende oorzaken: infrastructuur en onderwijs

Het rapport benadrukt dat de adoptie van AI nauw verbonden is met de economische kracht en technologische paraatheid van een land. Landen met robuuste elektriciteitsnetwerken, snelle internettoegang en geavanceerde computerinfrastructuur zijn uiteraard beter gepositioneerd om AI te omarmen. Het eenvoudigweg ter beschikking stellen van de hulpmiddelen is echter niet voldoende; wijdverbreide digitale geletterdheid en onderwijs zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de bevolking deze technologieën effectief kan gebruiken.

Het grotere geheel

De snelle adoptie van AI in heel Europa en wereldwijd verandert industrieën, economieën en het dagelijks leven. Terwijl sommige landen het voortouw nemen, worden andere geconfronteerd met aanzienlijke hindernissen om gelijke tred te houden. De gegevens onderstrepen de dringende behoefte aan investeringen in infrastructuur, onderwijs en digitale geletterdheid om de groeiende kloof te overbruggen en ervoor te zorgen dat de voordelen van AI voor iedereen toegankelijk zijn.

“De kloof is niet alleen toe te schrijven aan de toegang tot AI-instrumenten; het weerspiegelt bredere verschillen in infrastructuur, onderwijs en taal.”

De toekomst van AI zal afhangen van hoe effectief deze verschillen worden aangepakt, en of de voordelen van deze transformatieve technologie eerlijk over de hele wereld kunnen worden verdeeld.